Doorlopende leerlijn

In het Scoutingprogramma van Scouting Polaris Heerenveen zit een opbouw van jong tot oud waarmee aangesloten wordt bij de ontwikkeling die jeugdleden doormaken. Deze opbouw wordt de doorlopende leerlijn genoemd en omvat diverse elementen.

Doorlopende leerlijnDe doorlopende leerlijn omvat de volgende elementen:

  1. Het progressiesysteem: het geheel aan badges, insignes en awards van alle speltakken.
  2. Leefwereld: dit element gaat over de steeds groter wordende wereld van kinderen en komt terug in de schaalgrootte van de activiteiten bij Scouting.
  3. Jeugdparticipatie: het actief betrekken van kinderen en jongeren bij beslissingen over en vormgeving van hun eigen speltak, waarmee ze zelf richting leren geven aan hun eigen ontwikkeling.
  4. De progressiematrix: een overzicht van de invulling per speltak van de verschillende activiteiten die vallen onder de acht activiteitengebieden.
  5. Subgroepen: deze worden ingezet als een manier van samenwerken binnen de speltak, gebaseerd op het feit dat kinderen en jongeren in kleine (vrienden)groepen van elkaar leren.
  6. Wet & belofte: hierin wordt de basis van de manier waarop we met elkaar omgaan binnen Scouting verwoord.
  7. Afnemende begeleiding en toenemende zelfstandigheid: de combinatie tussen het afnemen van de mate van (bege)leiding van de leidinggevenden en het toenemen van de zelfstandigheid van de jeugdleden.

Deze zeven elementen van de doorlopende leerlijn zijn terug te voeren op de ontwikkeling van kinderen en jongeren, waardoor ze onderling samenhangen. Hoe ouder de jeugdleden worden, hoe minder begeleiding er is rondom programmering en organisatie. Het werken in subgroepen en bijvoorbeeld het gebruik maken van een troepraad, helpen daarbij. Op deze manier krijgen scouts steeds meer eigen verantwoordelijkheid en zelfbestuur. Uiteindelijk komt het erop neer dat het Scoutingprogramma dat aan de jeugdleden aangeboden wordt op allerlei manieren aansluit bij hun ontwikkeling. Niet alleen in de activiteiten die ze doen, maar ook in de manier waarop de activiteiten aangeboden worden en in de manier waarop er met de jeugdleden wordt omgegaan.

Download hier de infographic doorlopende leerlijn. Lees de toelichting voor meer informatie over de zeven elementen. Hieronder worden enkele elementen van de doorlopende leerlijn uitgelicht.

JeugdparticipatieJeugdparticipatie

Scouting is een vereniging die niet alleen vóór maar ook dóór kinderen en jongeren bestaat. Jeugdleden worden in toenemende mate zelf verantwoordelijk voor het Scoutingprogramma, waarbij ze ondersteund worden door volwassenen. Deze actieve betrokkenheid van kinderen en jongeren wordt ook wel 'jeugdparticipatie' genoemd. Door jeugdleden actief te betrekken bij beslissingen over en bij de vormgeving van hun eigen speltak, leren ze zelf richting te geven aan hun persoonlijke ontwikkeling. Jeugdleden zijn niet van de ene op de andere dag zelf verantwoordelijk voor hun programma. Dit gaat in stapjes, overeenkomstig de participatieladder van socioloog Roger Hart.  

  • Bevers worden geïnformeerd door hun leiding. Leidinggevenden luisteren ook actief naar de bevers en proberen door hen direct te bevragen en te observeren, aan te sluiten bij hun wensen en leefwereld.
  • Welpen worden geraadpleegd door de leiding. Ze krijgen op hun niveau inzicht in het proces, ze worden serieus genomen en er wordt gevraagd wat zij leuk vinden om te doen.
  • Scouts adviseren. Hun activiteiten worden nog door de leiding gecoördineerd, maar zeker de oudere scouts worden actief betrokken bij het opstellen en organiseren van het programma. De oudste scouts gaan ook zelf aan de slag met het organiseren van een activiteit voor hun medescouts.
  • Bij de explorers ligt de nadruk op coproduceren. Zij nemen zelf initiatief en organiseren eigen activiteiten en, wanneer ze wat ouder zijn, ook hun eigen expeditie. Hun volwassen begeleiding heeft duidelijk een begeleidende, motiverende rol.
  • Roverscouts bekleden de laatste stap op de participatieladder, die van (mee)beslissen. Ze nemen zelf initiatief voor projecten en voeren deze vervolgens ook uit. De roverscouts hebben geen begeleiding meer. Zij hebben hooguit een adviseur of coach bij wie ze terecht kunnen en ze organiseren geheel zelfstandig hun eigen programma.

De mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid groeit niet alleen van de ene naar de andere speltak, ook binnen een speltak groeien jeugdleden hierin. Dat zie je bijvoorbeeld terug in rollen als gidsen en helpers bij de welpen, (assistent-)ploegleiders bij de scouts en het speltakbestuur bij explorers en roverscouts.

ProgressiematrixDe progressiematrix

Binnen elk activiteitengebied zijn er voor alle speltakken leuke, leerzame en uitdagende activiteiten te bedenken in een doorlopende lijn van bevers tot en met roverscouts. Dit wordt ook wel de 'progressiematrix' genoemd. Je kunt de progressiematrix gebruiken voor de invulling van je wekelijkse Scoutingprogramma's. De matrix helpt je om de activiteiten die je organiseert af te stemmen op één van de acht activiteitengebieden én op de verschillende leeftijdsgroepen. De progressiematrix kun je binnen je groep ook gebruiken om ervoor te zorgen dat de speltakken goed op elkaar aansluiten. De progressiematrix is een richtlijn waar je, als de situatie in je groep daar om vraagt, van af kunt wijken. Je kunt de progressiematrix zowel in PDF als in Excel downloaden.

Wet & belofte

Wet en belofteDe wet & belofte gaan over normen en waarden die binnen Scouting belangrijk zijn. Het zijn als het ware onze ‘spelregels’. De wet kun je zien als een positieve leidraad waarin staat wat er verwacht wordt van een scout. Door het afleggen van de belofte geeft een scout aan zijn best te doen om een goede scout te zijn, zich aan de wet te houden en anderen te helpen. De wet en belofte hebben in ieder geval een plek bij de installatie van een scout. Andere momenten waarop de wet of belofte terug kunnen komen, zijn tijdens het openen, de Sint Jorisviering en World Thinking Day. In de teksten van de wet & belofte van de bevers tot en met de roverscouts zit een opbouw, die past bij de ontwikkeling van de jeugdleden. Bij de belofte komt er bij elke speltak een zin bij. Bij de wet is er een variant voor bevers en welpen en is de tekst vanaf scoutsleeftijd voor iedereen hetzelfde.